Word nu seizoenpashouder
van Literair Café Venray!
Klik hier

Uitgelezen?! juli 2023

Nostalgie

 In 1965 schreef de partner van Wim Sonneveld, Friso Wiegersma, de tekst van het lied ‘Het Dorp’. Een nostalgisch lied dat het gevoel oproept van: ‘vroeger was alles beter’. Wiegersma schreef over zijn geboortedorp Deurne dat geteisterd werd door de oprukkende modernisering. De mooie beelden die Sonneveld zingt: een kar die ratelt op de keien; een raadhuis met een pomp ervoor; boerenbloemen en een heg; zoethout voor een cent. Het verwijst naar het eenvoudige leven van de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. In Deurne heeft men naast de ouderlijke woning van Wiegersma, thans museum De Wieger, in 2008 een straatnaambordje “Tuinpad van mijn vader” geplaatst. Deze naam is ontleend aan de eerste regel van het refrein van het lied.

Het lied is de Nederlandse versie van het Franse chanson ‘La Montagne’ van Jean Ferrat (1964). Ook hij bezingt de teloorgang van het platteland in de Ardèche en de trek van de jeugd naar de steden waar het leven modern en welvarend is. De nasale klanken van de begeleidende hobo versterken het nostalgie gevoel.

Of dat leven echt zo eenvoudig en beter is geweest waag ik te betwijfelen. Er moest in die tijd hard worden gewerkt op het land, in de bouw, in de industrie, in het huishouden. Mijn vader had voor ons kinderen een gevleugeld advies: “Leer maar goed jongen, dan hoef je later niet te werken”, waarmee hij bedoelde dat je dan niet met je handen arbeid hoefde te verrichten. En het was ook een bekrompen tijd: vrijheden waar wij nu van kunnen genieten en die we nu als vanzelfsprekend beschouwen bestonden toen nog niet. Zo heeft Wim Sonneveld zijn homoseksualiteit voor de buitenwereld verborgen gehouden.

Het idyllische platteland van de voorgaande eeuw bestaat niet meer. Het boerenbedrijf van vroeger is een industrie geworden, die met behulp van robot en computer wordt bestuurd. De bijen en hommels die nodig zijn voor de bestuiving van de gewassen worden in een fabriek geproduceerd. De mest wordt in een mestfabriek verwerkt. Inmiddels ervaren we de schade die deze bio-industrie teweeg brengt aan mens en natuur. Victor Westhoff (1916-2001), voorheen hoogleraar vegetatiekunde in Nijmegen, schreef daar in 1985 een gedicht over.

Noord – Brabant

Het stinkt er naar de Roomse boerenbond,
Naar gier en vunze drijfmest allerwegen.
Hoe hier Gods volk de wijde stilten schond,
Het deert ze niet: de kerk is daar niet tegen.

Eens heide, onafzienbaar in het rond,
Waar wulpen jubelden en mensen zwegen.
Eens heldere beken, stinkend nu naar stront,
Toen zonnedauw en nu verzuurde regen.

Waar bleef de boer, hij die de grond beheert?
Hij werd tot smurrie-held gedegradeerd,
Verwoester van het erfdeel hem verleend.

Vervuild de vennen en de Peel verveend,
Verdroogd de bossen en de ziel versteend.
Waar bleef het edel Brabant dat zich weert?

Toen al, met een vooruitziende blik, beschrijft de dichter de teloorgang van de natuur: het verdwijnen van soorten, de watervervuiling, de uitputting van de bodem. Ontkennen heeft geen zin, samen naar oplossingen zoeken wel.

André Leijssen