Word nu seizoenpashouder
van Literair Café Venray!
Klik hier

Uitgelezen?! februari 2025

Snelsonnet

In de poëzie kennen we verschillende vaste vormen van gedichten. Algemeen bekend zijn de limerick en het sonnet. Een sonnet, afkomstig uit Italië, heeft als vaste vormkenmerken dat het uit veertien regels bestaat; een octaaf van acht regels, ook wel twee kwatrijnen van ieder vier regels; en een sextet van tweemaal drie regels. Tussen de achtste en de negende regel staat de wending, ook wel chute genoemd. Voorts kent het sonnet oorspronkelijk een vast rijmschema en een vast metrum. Het metrum is de afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen.

Een bijzondere vorm van het sonnet is het zogenaamde snelsonnet. Dit bestaat uit zes regels, een kwatrijn van vier regels en los daarvan een slot van twee regels. In die slotregels wordt veelal een humoristische conclusie getrokken. Een snelsonnet geeft veelal een kritische blik op gebeurtenissen in de maatschappij. Nu de carnaval voor de deur staat heb ik op de website www.gedichten.nl enige voorbeelden van snelsonnetten opgezocht die op één of andere manier de carnaval tot onderwerp hebben, of iets dat met carnaval te maken heeft. Laat ik beginnen met Driek van Wissen (1943-2010) die van 2005 tot 2009 Dichter des Vaderlands was.

Carnaval

Wij zijn als volk geen feestneus van nature
En daarom wordt voor de verplichte pret
Met carnaval een kunstneus opgezet,
Maar dat hoeft maar een dag of drie te duren.

Dan vragen wij een jaar niet meer aan Mien
Of zij ook onze feestneus heeft gezien.

Driek van Wissen, februari 2001.

Driek van Wissen is van boven de Moerdijk. Voor Limburgers en Brabanders geldt immers dat zij tijdens de carnaval wel een volk zijn van feestneuzen, boerenkielen en andere aangepaste kledij. Er zijn ook anderen die zich bewust zijn van het verschil tussen beneden en boven de grote rivieren.

Beneden en boven

Het is weer feest beneden de rivieren
Erboven wordt de wenkbrauw diep gefronst
Bij ’t gerstenat dat wild naar binnen plonst
Men kijkt naar ’t zuiden waar ze vrolijk vieren

Dat ze zo anders zijn dan noorderlingen
Die nimmer hossend door het leven springen

Aar Noordam, februari 2020.

De noorderling gaat pas echt los bij een Elfstedentocht. Ook leuk, maar toch anders dan carnaval.

Geen Steek

Als u gaat carnavallen in Maastricht,
Mag u zich niet als terrorist vermommen,
Ga niet als cowboy, draag geen gordelbommen,
Omdat zoiets misschien gevoelig ligt.

En bovendien raad ik u dringend aan,
Om niet als tijgermug verkleed te gaan.

Coenraedt van Meerenburgh, februari 2016

Coenraedt van Meerenburgh heeft in 2011 en 2013 de Raadselige Roos voor gedichten gewonnen. Hij is een specialist in het schrijven van snelsonnetten. Zo ook over de tijgermug, die oprukt in ons land als gevolg van klimaatverandering. Niet iets om vrolijk van te worden. Maar met carnaval vergeten we dat even. Hoewel?! Het onderwerp leent zich niet alleen voor een gedicht, maar zou in een carnavalsoptocht ook niet misstaan.

Enige jaren geleden heb ik ook snelsonnetten geschreven en op de website www.gedichten.nl gepubliceerd. Tot slot een voorbeeld daarvan:

Schijnheiligheid

De pastoor in het Brabantse Reusel
Weigert aan Prins Carnaval de communie
Want homo zijn in de kerk: ‘dè mag nie’
Wat een schijnheiligheid zo’n geneuzel

Priesters die spelen met kleine jongens,
dat wel: door de kerk tot seks gedwongen

ALAAF !

André Leijssen,
Literair Café Venray