Uitgelezen?! augustus 2021
In memoriam K. Schippers, leve de Readymade
Als ik zeg: Een naoorlogse schrijver met een oeuvre van ruim veertig romans, poëzie- en verhalenbundels? Winnaar van o.a. de P.C. Hooft-prijs, Multatuli Prijs en de Libris Literatuur Prijs. Zijn veel geciteerd gedicht Ontdekking:
Als je goed om
je heen kijkt
zie je dat alles
gekleurd is
Barbarber. Zijn debuten: de dichtbundel De waarheid als De koe (1963) en de roman Een avond in Amsterdam (1971). Zijn échte naam is Gerard Stigter. bevriend met Hendrik Jan Marsman (alias J. Bernlef) De Zestiger generatie: Dan zegt u natuurlijk …………. K. Schippers, onlangs op 84 jarige leeftijd overleden.
Ik ben hem als dichter en schrijver een beetje uit het oog verloren, maar het literaire tijdschrift Barbarber is me wel bijgebleven. Dit waarschijnlijk door de wijze en aard, waarop ik de jaren zestig en zeventig beleefde, zeg maar vormgaf.
K. Schippers, J. Bernlef en G. Brands (pseudoniem voor Gerard Bron) richtten in 1958 Barbarber op waarvan tot 1972 87 edities zouden verschijnen. Barbarber had het formaat van een in de lengte gevouwen A-viertje. Men wilde alle mogelijke teksten: gedichten en verhalen, maar ook tekeningen en foto’s publiceren. Veel teksten ogen alledaags, maar hebben wel degelijk een ‘poëtische lading’. De autobezitter:
Er stapt een man in een auto
verricht de nodige handelingen
voor het rijden
en rijdt daarna
dan ook
inderdaad weg
Schippers c.s., de Zestigers, ageerden tegen de ‘verbale capriolen’ en ‘vergezochte beelden’ van de Vijftigers, die zij niet meer als ‘poëtische vernieuwers’ beschouwden. Barbarber stond voor realisme. Voor het met een vergrootglas naar de alledaagse werkelijkheid kijken. De ‘readymade’ kreeg in Barbarber volop ruimte. Een ‘gevonden’ tekst, een boodschappenlijstje, advertentie, reclametekst, ‘zoekertje’ in de krant, tekst op een product of een ‘ergens’ gevonden briefje. Alles kon materiaal voor poëzie zijn. In alles kon een gedicht schuilgaan. Alles kon literatuur zijn of … worden. Door de aandacht van de dichter krijgt zo’n tekst een ‘poëtische lading’. Barbarber wilde met taal doen, wat Marcel Duchamps met objecten deed, met een fietswiel en keukenkrukje, een kunstwerk maken.
‘De fam. v.d. Veer uit de Zeilmakerstraat mist haar 22 jaar oude schildpad. Ze is tot nog toe onvindbaar. De familie v.d. V. is zeer aan de schildpad gehecht. Ze had het dier reeds 17 jaar in haar bezit en indertijd gekregen van zoon E.v.d. Veer, die een paar jaar geleden in een Finse haven om het leven kwam. Ook als herinnering is de schildpad hen daarom zeer dierbaar.’
Schippers ziet iets heel basaals en maakt er een gedicht of verhaaltje van waardoor het iets ‘raars’, ….. poëzie?….. kunst? wordt. Hij ‘schrijft om het onzichtbare, het bijzondere van het alledaagse vast te leggen’. Een originele schrijvers, die opzij keek, terwijl anderen vooruit staarden. Hij gaf taal een gezicht, onderzocht hoe de werkelijkheid er zonder taal uit zou zien. Uit zijn werk blijkt zijn volstrekt originele, eigenwijze blik op alles wat met taal te maken had. Met K. Schippers verscheidde de laatste schrijver van de Zestigers-generatie.
K. Schippers was, blijft en is zeker een aanrader. Lees z’n gedichten uit de Barbarber-periode nog eens terug: Pure poëzie met een glimlach, humor, luchtigheid, gezelligheid, alledaagsheid en dat vleugje ernst en melancholie:
Advertentie ‘Aangeboden’ uit een krant
Jan Thijssen (bestuurslid van Literair Café Venray)