Uitgelezen?! augustus 2024
Met weinig woorden … een glimlach …
Wij hebben allemaal in onze kinderjaren kinderversjes en kinderliedjes geleerd, gezongen en opgezegd. Korte versjes in eenvoudige woorden, die kleine eenvoudige verhaaltjes vertellen. Hierdoor zijn ze voor iedereen, ook kinderen, gemakkelijk van buiten te leren: ‘ Catootje …; In de maneschijn’; Ik zag twee beren; In een klein stationnetje; Er zat een aapje …, en zo kunt u er zeker nog een aantal meer noemen. Korte versjes zijn altijd heel geliefd geweest. En nog steeds, in alle lagen van de bevolking. In veel culturen behoren korte versjes tot een lange traditie van de volksrijmkunst. Het korte gedicht, dat door menigeen tot op de dag van vandaag wordt geschreven, is de limerick. Een dichtvorm afkomstig uit Ierland. De naam limerick is, naar men aanneemt, ontstaan uit de vijfregelige versjes, die de huurlingen in de Ierse Brigade (17e eeuw) op weg naar hun kazerne in Limerick zongen. Het refrein, dat vooral de meisjes opriep met hen mee te lopen, luidde: Wont’ you come up, come all the way up, come all the way up to Limerick. Vijfregelige versjes werden al sinds 1300 geschreven. Als initiator van de moderne limerick geldt Edward Lear (1812- 1888). Zijn vijfregelige versjes noemde hij ‘nonsenses’, dus niet limerick. Vanaf de negentiende eeuw wordt de limerick een populaire dichtvorm bij tal van feestelijkheden, zoals bruiloften. De gasten vullen steeds een eigen couplet aan.
A ghost and a witch with a broom,
And a ghoul and a bat in a room,
Stayed up very late,
So that they could debate,
About who should be frightened of whom?
Wat maakt de limerick tot op de dag van vandaag populair en geliefd? De eenvoud en de humor. Het rijmschema is AABBA, de eerste twee versregels rijmen op elkaar en tellen acht of negen lettergrepen; de derde en vierde rijmen op elkaar, tellen vijf of zes lettergrepen en de vijfde versregel rijmt weer op de eerste twee en telt weer acht of negen lettergrepen. Het metrum luidt: De eerste twee regels hebben drie amfibrachen (∪—∪ ∪—∪ ∪—∪), de derde en de vierde een amfibrachys en een jambe (∪—∪ ∪—) en de vijfde weer drie amfibrachen. (∪ = onbeklemtoonde, — = beklemtoonde) Het voorgeschreven metrum is het moeilijkste. Vaak hoor je dat dat niet altijd helemaal klopt. Maar, laat je door die regel vooral niet weerhouden limerick te schrijven. Dat doen de meeste, een niet de minste, ook niet. Ik raad iedereen aan probeer het eens. Ik zeg dus niet: “come all the way up to Limerick”. U zult zien, een limerick vliegt je om de hals en laat je niet meer los. Het is een heel plezante manier om met woorden, taal en poëzie bezig te zijn. Je kunt heel veel over de limerick op het internet vinden. Anders wel bij: ‘Limericks & Limericken van Bas Hageman. Een aanrader. Nu, omdat het zo leuk is:
Een jonge maagd in Bethlehem,
hoorde van een goddelijke stem,
niet Jozef, ik de heilige geest,
ben met jou naar bed geweest
O shit, lag ik in bed met Hem?
Jan Thijssen (bestuurslid Literair Café Venray)