Uitgelezen?! juni 2021
Grammaticaregels versoepeld: deze taalfouten zijn (voortaan) goed!
…… in de nieuwe versie van de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS) wordt, (dit vanwege de prachtige Vlaamse uitdrukking) ‘komaf gemaakt’ met enkele oude grammaticaregels. Wanneer zijn en waarom zijn grammaticaregels eigenlijk oud? En, …. een ‘taalfout’ kan toch alleen ‘fout’ zijn, ‘goed fout’ zijn, maar kan toch nooit ‘goed’ zijn!?
Voortaan mag iedereen zeggen: Jan is ‘groter als’ Piet, in plaats van, zoals het moet: Jan is ‘groter dan’ Piet. De linguïst Timothy Colleman (UGent) beargumenteert dit zo: ‘In de praktijk komen beide varianten al heel erg lang voor, ……… taalkundig gezien kan je dan ook niet zeggen dat het ene beter is dan het andere”. Waarom niet? Taalkundig gezien is ‘groter dan’ niet alleen beter dan ‘groter als’, maar is ‘groter dan’ alleen goed! We hebben nu eenmaal de grammaticaregel: In de stellende trap gebruiken we ‘als’, in de vergrotende trap ‘dan’. Wordt Jan heeft ‘evenveel geld dan’ Piet’, wanneer enkele lieden die fout maar lang en vaak genoeg blijven maken, dan uiteindelijk ook ‘goed’ (gepraat)?
De dubbele negatie wordt ‘aangepast’. Aangepast aan wat? Aan een ‘fout’, toch!? Je mag voortaan zeggen: ‘Hij heeft ‘nooit geen’ geld, en dan bedoelen, dat hij ‘nooit’ geld heeft en dat hij ‘altijd’ geld heeft. …..en, … en voor de rest, ……….. zoek het zelf maar uit?
Hij heeft een ‘heel grote neus’, is goed en een ‘hele grote neus’ voortaan ook. Maar wat met de grammaticaregel : Een bijwoord verandert niet, past zich qua vorm niet aan aan het bijvoeglijke naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, ander bijwoord of hele zin, waaraan het informatie toevoegt. Timothy Colleman weer: Aan ‘hele’ grote neus is niets verkeerds aan. Je mag sommige bijwoorden wél verbuigen, maar niet alle bijwoorden(?). Echt waar.. sinds wanneer dan? Een ‘erge’ leuke man’ is en blijft fout! Ja…en…waarom wel of toch niet? Een ‘hele grote neus’ betekent overigens een ‘volledige’ grote neus en geen halve!
Colleman praat ons verder bij: Een taal verandert constant. Voor de spelling gelden strikte regels, maar grammatica is veel subtieler”(Hier nadere uitleg gewenst). ‘Heel vaak is het geen kwestie van ‘goed’ of ‘fout’,(hè?) maar van verschillende constructies in een verschillende context’ (precisering en nadere uitleg s.v.p.) Colleman verder: ‘Als je ervan uitgaat dat het gebruik van een taal de norm bepaalt, dan kun je niet anders dan besluiten dat de norm verschoven is.’ Ook bij significant ‘fout’, of wordt evident ‘fout’ de nieuwe norm?
Nicoline van der Sijs beweert in haar boek ’15 Eeuwen Nederlandse Taal’: ‘’Hun hebben’ is in veel dialecten volkomen geaccepteerd.’ ‘Hun hebben’ is zeker géén dialect. Een dialectspreker zal nooit de equivalent van ‘hun’ in diens dialect als onderwerp, de eerste naamval in een zin, gebruiken. Net zo min als ‘Mijn heb’, ‘jouw hebt’, ‘zijn heeft’, ‘haar heeft’ en ‘ons hebben’ allemaal fout! ‘Hun hebben’ dus ook, ook al bekt dat nog zó lekker allitererend weg!
Ik ben geen taalpurist, wel iemand, die van zorgvuldig en correct taalgebruik houdt. Wanneer zelfs linguïsten in een ‘taalfout’ een ‘taalverandering’ gaan zien, verontrust mij dat wel. een taalverandering bestaat, gebeurt. Maar dat is iets anders dan een ‘taal veranderen’. Elke levende taal is een (levend) organisme, verandert, past zich aan, (let wel!) aan het taalgebruik van haar sprekers, in de betekenis van de overgrote meerderheid van haar sprekers. Het liefst allemaal.
Laten we ervoor waken, dat een minderheid, veelal Randstedelingen met een grote mond, op de televisie, onze taalnormen gaan bepalen? Randstatters, is fout, maar dat weten die niet, die niet lezen, niet schrijven, maar alleen met elkaar in app-taal, op Instagram, Twitter communiceren.
Een taal heeft recht op aandacht en respect, verdient het om op een correcte wijze gesproken en geschreven te worden, om geleerd te worden. Een taal leren en waarderen doe je, leer je ’t beste op door te lezen.
Jan Thijssen (bestuurslid Literair Café Venray)