Uitgelezen?! Remco Campert
Remco Campert,
Het gebeurt soms, dat een schrijver, die overleden is, althans bij mij, een leemte achterlaat. Geen ´leegte´, maar ´leemte´, dat zegt: Er ontbreekt iets, ik mis iets. `Leegte´ zegt kortweg: Iets is er niet (meer). Wie kent Remco Campert niet?
Campert debuteert In 1951 als dichter met de bundel Vogels vliegen toch en in 1961 als schrijver met Het leven is vurrukkulluk. Zijn gedichten ontstaan associërend, improviserend zoals in de jazz en realistisch én ironisch. In 1950 richt Campert met Rudy Kousbroek, Lucebert en Bert Schierbeek het tijdschrift Braak op, dat met het door Simon Vinkenoog opgerichte Blurb een platform geeft aan experimentele dichters. Na het in 1951 door Simon Vinkenoog uitbrengen van de bloemlezing Atonaal worden de daarin gepubliceerde dichters, waaronder verder Gerrit Kouwenaar, Jan Elburg en Hugo Claus, als de ‘Vijftigers’ aangeduid. Campert is de minst experimentele dichter van hen en daarom ook meest verstaanbare en …….. meest(?) gelezen dichter?
In het gedicht Credo (uit: Vogels vliegen toch, 1951) verwoordt Campert zijn geloof in poëzie en in wat poëzie volgens hem kan. De poëzie moet het opnemen tegen de werkelijkheid en de wetten en beperkingen die de werkelijkheid oplegt. Hij bestrijdt de meedogenloze maatschappij met improvisatie en associaties, zoals in de jazz. In het gedicht ontstaat een nieuwe, minder starre werkelijkheid.
Campert verangt naar een poëtische werkelijkheid, maar tegelijkertijd weet hij, laat hij zien dat die werkelijkheid wel tijdelijk is. Poëzie kan, evenmin als jazz, niet van te voren uitgedacht worden. De dichter begint aan een gedicht en laat dan de woorden zichzelf verder voor(t)dragen. Lees het gedicht: De dag richt een standbeeld op uit eveneens de bundel Vogels vliegen toch.
Na vooral poëzie in de jaren vijftig, schrijft Campert veel proza in de jaren zestig. Hij vlecht dromen en herinneringen in elkaar tot een zinvol geheel, waarin het kleinste detail ertoe doet. Vaak met een milde tragiek en met autobiografische elementen, cynisme en ironie. Het leven is vurrukkulluk en Tjeempie! of Liesje in luiletterland, een persiflage op pornografische romans, waarin karikaturen van Nederlandse auteurs zijn verwerkt, staan op veel middelbare school leeslijsten.
Van 1988 tot 1995 treedt Remco Campert samen met Jan Mulder in het theater op met het literair programma Literair variété. Begin jaren negentig samen met het ‘Maarten Altena Ensemble’. Het eerste programma heet ‘Open plekken’. Het programma van 1998 heet ‘Mijlpaal Er Trilt Iets’. Het lange gedicht ‘Solo’ van Remco Campert staat hierin centraal. In beide programma’s gaat het om een combinatie van poëzie en (geïmproviseerde) muziek. Op latere leeftijd reflecteert Campert vaak vanuit het perspectief van een oudere man, meestal een kunstenaar, over belangrijke en bepalende momenten in diens leven.
Dan nu de vraag: Hoe weet Campert langer dan zeventig jaar lezers voor zijn poëzie en proza te boeien? Door zijn ‘verstaanbaarheid’? Veel dichters schrijven verstaanbaar. Door de milde ‘tragiek, cynisme en ironie’ in zijn proza? Veel schrijvers maken gebruik van dergelijke stijlfiguren. Door zijn ‘dunne’ boeken? Er zijn meer dunne en dunnere boeken geschreven. Maar, wat dan wel? Literair criticus en bijzonder hoogleraar in de literaire kritiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam, Carel Peeters, zeker niet de minste, kon deze vraag niet beantwoorden. Maar ikke dus wel: Omdat je het plezier waarmee Remco Campert schrijft en dicht en met taal bezig is, aan zijn gedichten en verhalen afleest. Dus …, ga ze maar eens (af)lezen ….
Jan Thijssen (bestuurslid Literair Café Venray)